ONDERZOEKEN

Anamnese

U komt bij de oogarts met een bepaalde klacht. Als eerste zal de anamnese worden afgenomen. De verpleegkundige vraagt welke klacht u heeft, welke symptomen, hoe lang de klachten al bestaan en wat de eventuele oorzaak kan zijn. Soms is het noodzakelijk een uitgebreide anamnese af te nemen, vooral wanneer er andere ziekte-oorzaken kunnen bestaan (diabetes mellitus, hypofysetumor, aangeboren afwijkingen enz.)

Bij sommige oogaandoeningen is er ook een erfelijke factor. De verpleegkundige zal u daarom vragen of uw ouders glaucoom of een retina-aandoening hebben (vb. LMD Leeftijdsgebonden Maculadegeneratie). Sommige medicatie kunnen ook een invloed hebben op het al dan niet ontwikkelen of versnellen van een oogaandoening. 

Neem daarom steeds de lijst van uw medicatie mee!

Autorefractie

Vervolgens zal u voor 2 instrumenten worden geplaatst: de autorefractor en de tonometer.

De autorefractor is een machine die het vermogen van uw ogen meet om scherp te stellen en geeft een schatting van uw sterkte. Men vraagt u om in de machine naar een afbeelding te kijken (bijvoorbeeld van een ballon aan een lange rechte weg) via twee lenzen, en uw ogen scherp te stellen op de afbeelding. De machine zorgt ervoor dat het lijkt alsof de ballon dichterbij en verderweg beweegt. Terwijl dit gebeurt, berekent de machine een schatting van uw sterkte op basis van hoe goed uw ogen op de afbeelding scherpstellen.

Tonometrie

De oogdruk is de druk die door de inhoud van de oogbol wordt uitgeoefend op de wand van de oogbol en hieraan dus zijn spanning geeft. Bij tonometrie wordt de intra-oculaire druk gemeten. 

De normale oogdruk varieert van 11 tot 21 mmHG met een gemiddelde van 16 mmHG. Statistisch gezien spreekt men, boven de 21 mmHG van een verhoogde oogdruk. Deze druk is niet te verwarren met de bloeddruk. Enkel een oogarts kan de oogdruk bepalen! Daarom is het belangrijk om 1x per jaar vanaf 50jaar een oogarts te consulteren. Een verhoogde oogdruk kan leiden tot het ontwikkelen van glaucoom

De oogdruk kan op verschillende wijzen worden bepaald: dmv de puff- tonometer of door de oogarts zelf.

Puf-tonometer

Tijdens de vooronderzoeken zal de verpleegkundige de puff-tonometer gebruiken. Hierbij wordt een kleine hoeveelheid lucht (‘pufje’) tegen het hoornvlies geblazen en meet het apparaat de oogdruk aan de hand van de weerstand van het hoornvlies (hoe hoger de weerstand, hoe hoger de oogdruk). Dit voelt men maar het doet geen pijn.

Applanatietonometer

Bij de oogarts wordt de oogdruk meestal bepaald met een applanatietonometer. Deze methode is iets nauwkeuriger dan de puf-tonometer. Eerst wordt een verdovend druppeltje gegeven. In dit druppeltje zit meestal ook een gele kleurstof (fluoresceïne). Een klein meetinstrumentje dat aan de spleetlamp vastzit, wordt heel voorzichtig tegen het hoornvlies gedrukt. Aangezien het oogoppervlak verdoofd is, voelt men dit niet. Tegelijk wordt met een blauw licht in het oog geschenen, waarbij de kleurstof helder oplicht (‘fluoresceert’) en de oogarts de oogdruk kan aflezen door de microscoop van de spleetlamp. Het principe van deze methode is gebaseerd op de vervormbaarheid van het hoornvlies. Hoe moeilijker het hoornvlies vervormbaar is bij oppervlakkige druk (‘applanatie’), hoe hoger de oogdruk in het oog. Dit is te vergelijken met een fietsband of een bal die met lucht is opgepompt. Hoe makkelijker de band of de bal met de vinger ingedrukt kan worden, hoe lager de druk binnenin de band of bal. De vervormbaarheid van het hoornvlies wordt met de applanatietonometer gemeten en wordt gerelateerd aan de oogdruk.

OCT onderzoek

De oogarts besluit een oogscan: een Optical Coherence Tomography (OCT) te laten maken. Deze scan maakt beelden (in hoge resolutie) van structuren in het oog, de oogzenuw en het netvlies. De gele vlek (macula) is een onderdeel van het netvlies. Dit gebeurt o.a in het kader van opsporing en opvolging van Leeftijdsgebonden Maculadegeneratie(LMD), Glaucoom, Diabetische Retinopathie.

Tijdens het onderzoek zit u voor het scanapparaat. Uw kin ligt in een kinsteun en uw voorhoofd steunt tegen een band. U kijkt in het apparaat naar een markeerpunt. U fixeert tijdens het onderzoek uw blik op dit punt.

Het apparaat stuurt dan een infrarode lichtbundel, via de pupil, in het oog op het netvlies. Dit licht is niet gevaarlijk. De verschillende structuren van het netvlies kaatsen dit licht vervolgens via de pupil, weer terug naar het scanapparaat. Zo ontstaat in het apparaat een beeld van het netvlies. De oogscan duurt een paar minuten.

Fluo-angiografie

Fluorescentie angiografie is een onderzoek gericht op het opsporen van afwijkingen in het achterste deel van het oog zoals afwijkingen en schade aan het netvlies of het retinale pigment epitheel, of de vorming van afwijkende nieuwe bloedvaten in en onder het netvlies of afwijkingen in het vaatvlies.

Het onderzoek wordt ook uitgevoerd om het beloop van een ziekte te volgen of het effect van een behandeling te beoordelen. Uw oogarts heeft met u besproken om welke reden bij u de foto’s gemaakt moeten worden.

Bij aanvang van het onderzoek spuit de verpleegkundige een in water oplosbare kleurstof (fluoresceïne ) in een ader van uw arm. De kleurstof verspreidt zich via de grote lichaamsader door het gehele lichaam en gaat ook naar de vaten van het oog. De stof fluoresceïne kan soms direct na inspuiting misselijkheid veroorzaken. Dit trekt meestal snel weer weg. De kleurstof verspreidt zich ook vrij snel na inspuiting door de bloedvaten van het oog.

Op dat moment worden meerdere foto's van het netvlies gemaakt. Op deze manier worden de locatie en de ernst van de oogaandoening in beeld gebracht. 

Voor het onderzoek worden pupilverwijdende druppels toegediend om pupilreacties tijdens het onderzoek te voorkomen. Het onderzoek duurt ongeveer een kwartier en is over het algemeen matig belastend. Sommige mensen zijn moeilijk te prikken en kan het even onaangenaam zijn. Het onderzoek zelf is niet pijnlijk maar soms worden mensen misselijk van de fluoresceïne. Ook kunnen de lichtflitsen in het oog hinderlijk zijn. Laat ons weten of u ALLERGISCH bent voor bepaalde stoffen!

U kan tot 24u na het onderzoek een gelige huidskleur hebben door de fluoresceïne en de urine kan oranje-geel gekleurd zijn.

Hoewel fluoresceïne geen gevaarlijke stof is wordt aangeraden om na afloop veel water te drinken om de kleurstof zo snel mogelijk uit het lichaam te verwijderen.

Gezichtsveldonderzoek

Afwijkingen aan de ogen (bv glaucoom, aandoeningen van het netvlies) of aan het centrale zenuwstelsel kunnen ertoe leiden dat delen van het gezichtsveld verdwijnen; men spreekt dan over gezichtsvelddefecten of scotomen.

Het gezichtsveld kan op vele manieren worden bepaald. De methode is afhankelijk van de afwijkingen die worden verwacht en van het deel van het gezichtsveld dat moet worden onderzocht

Een gezichtsveldonderzoek is geen eenvoudig onderzoek, want het vereist de nodige concentratie. U zit voor een apparaat, waarbij u met één oog afgedekt in een soort halve bol kijkt. U kijkt recht vooruit naar een vast punt. Zodra u het lichtje ziet, moet u op u een knop drukken. Het apparaat registreert dan waar u het lichtje hebt waargenomen en bij welke lichtsterkte. Op deze manier wordt bij elk oog uw gehele gezichtsveld onderzocht. Het onderzoek is pijnloos. De computer test ook of u tijdens het onderzoek goed rechtuit naar het vaste punt kijkt. Daarnaast controleert de verpleegkundige  of het onderzoek correct verloopt. De test duurt circa 10 minuten per oog.

C:\Users\vierge\Downloads\Humphrey_visual_field(1).JPG

Atropine druppelonderzoek bij kinderen

Uw kind is door de oogarts onderzocht en er is een brilmeting afgesproken . Voor een betrouwbare brilmeting is het noodzakelijk om vóór deze meting eerst de ogen te druppelen met atropine. Hiermee wordt het vermogen om dichtbij scherp te stellen tegengegaan en kan uw kind de brilmeting niet meer beïnvloeden door te accommoderen.

Als de atropine oogdruppels goed zijn ingewerkt dan zijn de pupillen meestal heel groot. Hierdoor kan uw kind wel last hebben van fel (zon)licht. Een zonnebril of petje kan hiervoor een goede oplossing zijn. De lichtgevoeligheid verdwijnt vanzelf, maar kan in sommige gevallen wel twee weken duren.

Wanneer moet u beginnen indruppelen?

  • 1 uur voor het uur van de afspraak druppelt u 1 druppel in elk oog.
  • Na 15 minuten druppelt u alweer 1 druppel in elk oog
  • Na nogmaals  15min nog een druppel in elk oog
  • Nadien komt u op afspraak

Om correct in te druppelen verwijs ik u door naar de website www.oogdruppelen.nl of kijk naar onderstaande video

Vooronderzoeken cataractingreep

In overleg met uw oogarts besluit u tot een oogoperatie voor de behandeling van staar (cataract).

Enkele weken voor de ingreep zullen volgende vooronderzoeken plaatsvinden:

  • een volledig oogheelkundig onderzoek bij de oogarts
  • een OCT
  • een gezichtsveldonderzoek
  • een lensmeting 

Ooglensmeting

Bij staar(cataract) is de natuurlijke lens in het oog troebel. Tijdens een staaroperatie wordt de troebele lens vervangen door een implantlens. Om de sterkte van de lens te berekenen moet voor de operatie eerst een lensmeting worden gedaan. Deze lensmeting wordt ook wel oculometrie genoemd.

Aan de hand van metingen van de kromming van het hoornvlies (de doorbuiging van de voorkant van het oog) en de aslengte van het oog ( de lengte van het oog) wordt de optimale sterkte van de implantlens berekend.

Er zijn 2 methodes waarop we deze lensmeting kunnen doen:

  1. Bij de eerste en meest gebruikte methode maken we gebruik van laserlicht. U zit achter een apparaat en met gebruik van het laserlicht doen we de meting. Dit onderzoek is pijnloos en duurt een 10-tal minuten.  Mocht de lens te troebel zijn waardoor deze methode niet gebruikt kan worden dan maken we gebruik van methode 2.
  2. Bij de tweede methode maken we gebruik van echotechniek. Hierbij ligt u achterover in een stoel en krijgt u in het te onderzoeken oog een druppel verdoving. Daarna wordt er op uw oog een klein plastic kokertje geplaatst gevuld met gel en water. Door dit kokertje worden geluidgolven gestuurd en middels deze echotechniek kunnen we de lengte van het oog meten. 

Wanneer de metingen bekend zijn berekent de computer de sterkte van de implantlens die bij de operatie gebruikt gaat worden. 

iol.jfif

ONDERZOEKEN

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x